Een Smart Building Ready gebouw vanaf 2026 verplicht

Slimme technologieën in gebouwen kunnen een kosteneffectieve manier zijn om te helpen bij het creëren van gezondere en comfortabelere gebouwen met een lager energieverbruik en een lager CO2-effect, en kunnen ook de integratie van hernieuwbare energiebronnen in toekomstige energiesystemen vergemakkelijken. Een van de speerpunten van de richtlijn energieprestatie van gebouwen (EPBD III) is om dit potentieel van slimme technologieën in de bouwsector beter te benutten. Zeker in een tijd van grote onzekerheid van energie beschikbaarheid en de exponentiële verhoging van energieprijzen iets waar iedereen mee bezig zou moeten zijn.

Energy Performance of Buildings Directive (EPBD III)

De EPBD III schrijft voor dat de energieprestatie van technische bouwsystemen wordt gecontroleerd en gedocumenteerd, als deze nieuw geïnstalleerd, vervangen of verbeterd worden. Onderdeel van de EPBD III is een gebouwautomatiserings- en controlesysteem GACS die vanaf 2026 verplicht wordt. Deze systemen moeten in staat zijn om:

  • het energieverbruik permanent te controleren, bij te houden, te analyseren en de bijsturing ervan mogelijk te maken;
  • de energie-efficiëntie van het gebouw te toetsen, rendementsverliezen van technische bouwsystemen op te sporen, en de beheerder van de voorzieningen of technische installaties te informeren over de mogelijkheden om dit te verbeteren;
  • de communicatie met verbonden technische bouwsystemen en andere apparaten in het gebouw mogelijk te maken. Ook moeten de systemen interoperabel zijn met technische bouwsystemen van toestellen en fabrikanten.

Smart Readiness Indicator (SRI)

De Smart Readiness Indicator (SRI) is een aanvulling op de Europese richtlijn voor de energieprestatie van gebouwen (EPBD III). Met dit instrument kunt u in kaart brengen in hoeverre gebouwen gereed zijn voor slimme toepassingen.

Het doel van de SRI is om de voordelen van slimmere bouwtechnologieën en -functionaliteiten onder de aandacht te brengen en hun toegevoegde waarde tastbaarder te maken voor gebruikers, eigenaren, huurders en slimme dienstverleners van gebouwen. Het wil technologische innovatie in de bouwsector ondersteunen en een stimulans creëren voor de integratie van geavanceerde slimme technologieën in gebouwen.

De SRI waardeert gebouwen op drie functies: interactie van het gebouw met de gebruikers, interactie van het gebouw met het energienet en energie-efficiëntie van het gebouw. Ook stimuleert de SRI de bewustwording over slimme bouwtechnologie.

De SRI waardeert 3 belangrijke functies:

  1. Het vermogen om de energie efficiëntie en het functioneren van het gebouw te behouden door aanpassing van het energieverbruik. Bijvoorbeeld door het gebruik van energie uit duurzame bronnen.
  2. Het vermogen om de gebruiksmodus aan te passen om in te spelen op de behoefte van de gebruiker. Hierbij wordt rekening gehouden met gebruiksvriendelijkheid, gezond binnenklimaat en informatie over het energiegebruik.
  3. De flexibiliteit van de totale energievraag van een gebouw: het vermogen om in te spelen op zowel de actieve, passieve, impliciete als expliciete elektriciteitsbehoefte elektriciteitsverbruik (Demand-Response) in relatie tot het netwerk.

Werking van de Smart Readiness Indicator

De Smart Readiness Indicator zal eigenaren en gebruikers van gebouwen bewust maken van de waarde van gebouwautomatisering en elektronische bewaking van technische bouwsystemen en zou gebruikers vertrouwen moeten geven over de daadwerkelijke besparingen van die nieuwe verbeterde functionaliteiten.

De SRI-methode kent onder de vorm van een score een functionaliteitsniveau toe aan diensten (‘services’) in zeven functiedomeinen, waaronder verwarming, koeling en verlichting. Op basis van de behaalde functionaliteitsniveaus kan een domein-impact matrix worden samengesteld voor zeven verschillende impactcriteria (zoals energy efficiency, comfort, energy flexibility). “Deze kan op een eenvoudige manier tonen in welke mate een hoger (smart) functionaliteitsniveau mogelijk is voor elk van de services. De domein- impact matrix vormt een eerste basislijst met verbeteringspotentieel. Hierbij staan data centraal: in hoeverre kunnen gegevens van installaties, gebruikers, externe netwerken… worden gebruikt om een gezondere, veiligere en comfortabele werkomgeving te creëren?”

Avelution

Avelution helpt gebouwen duurzamer, gezonder en slimmer te maken, dit doen wij door installaties en systemen met elkaar te verbinden en deze te laten communiceren. Onze technologie en specialisten geven inzicht in gebruik en prestaties, helpen om te verbeteren en ontzorgen. De diensten lenen zich voor elk type utiliteits gebouw. Met onze aanpak ontwikkelen we een smart building ready en toekomst vast gebouw welke niet duurder is maar wel data-gedreven. We spelen hiermee niet enkel in op de huidige maar ook op toekomstige ontwikkelingen.